BUDGETTAIR KADER 2025-2028
Naast de hiervoor genoemde grondslagen is de meerjarenbegroting 2025-2028 opgesteld met inachtneming van de in de Kadernota 2025 aangegeven financiële kaders. De kaders treft u hieronder aan:
Onderwerp | Voorstel |
---|---|
Sluitende begroting | De gemeenteraad ziet toe op een structureel, reëel en duurzaam materieel begrotingsevenwicht. Dit houdt in dat meerjarige structurele lasten door meerjarige structurele baten worden gedekt en dat deze volledig en realistisch zijn. |
Interne budgetregels | Voorstellen met structurele financiële gevolgen worden niet tussentijds, maar alleen bij de begroting, in behandeling genomen. Tussentijdse voorstellen worden alleen bij de Zomernota behandeld mits ze onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn en bovendien betrekking hebben op 2025. Voor andere en complexe nieuwe voorstellen dient een apart raadsvoorstel te worden gemaakt. |
Ontwikkeling financiering en (toe te rekenen) rente | De rekenrente voor de begroting 2025 vast te stellen op 3,0%. |
Autonome ontwikkelingen (inwoners/woningen) | In de meerjarenbegroting wordt voor zover mogelijk rekening gehouden met autonome ontwikkelingen inwoners/woningen die uit bouwprojecten voortvloeien. De zogenoemde volume-aanpassingen. Hierbij wordt er bovendien vanuit gegaan, dat tegenover de stijging van de baten (OZB + Algemene uitkering), een stijging van de lasten staat wegens infrastructurele en sociaal maatschappelijke kosten. De budgethouders dienen dit aan te geven. |
Loon-/prijscompensatie | 1. De personeelsbudgetten worden vanaf 2025 jaarlijks met 4,4% geïndexeerd; |
Gemeentefonds | De raming van de algemene uitkering in de begroting 2025 is gebaseerd op de meicirculaire 2024. |
Relatie WOZ-herwaardering met OZB-tarieven | Als in het WOZ-tijdvak (1-1-2023 tot 1-1-2024) sprake is van |
Heffingen/belastingen | 1. De OZB, de parkeerbelasting, de toeristenbelasting, de precariobelasting en de leges worden in 2025 trendmatig met 3,3% verhoogd. |
Investeringen | Er worden voor de periode 2025-2028 alleen investeringen in de begroting geraamd die in het betreffende begrotingsjaar ook tot uitvoering zullen komen. Bij de aanlevering voor de begroting worden op basis van concrete plannen van aanpak (capaciteit, tijd en geld) voorstellen tot het beschikbaar stellen van kredieten ingediend. |
Eigendommen | De opbrengsten van eigendommen (verkochte woningen) en andere activa worden toegevoegd aan de algemene reserve ‘afbouw schulden’. De opbrengsten worden gereserveerd voor het aflossen van schulden voor zover de flexibele algemene reserve meer dan 3% van het begrotingstotaal bedraagt. Bij het opstellen van de (laatste) jaarrekening wordt deze 3%-regel beoordeeld. Zo nodig wordt de flexibele algemene reserve aangevuld vanuit de algemene reserve ‘afbouw schulden’. |
Ontwikkeling schuldpositie / investeringsplafond | De schuldpositie van de gemeente blijft de komende begrotingsjaren aandacht vragen. De ontwikkeling van de schuld van de gemeente wordt gemonitord met de financiële kengetallen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Veel schulden worden gemaakt voor investeringen in kapitaalgoederen wegen, riolering en onderwijshuisvesting. Volgens staand beleid wordt gestreefd naar een bruto schuld van maximaal € 40 miljoen alsmede een solvabiliteit van tenminste 50%. Er dient continue een integrale afweging te worden gemaakt tussen de meerjarige investeringen enerzijds en het beoogde schuldniveau anderzijds. |